Wat is de instralingsfactor bij zonnepanelen in Nederland?
Zonnepanelen worden ontworpen om zonlicht zo efficiënt mogelijk om te zetten in energie. Want hoe efficiënter je energie opwekt, hoe hoger het rendement van je investering. Naast technologische vooruitgang zijn er nog meer factoren die het rendement van je zonnepanelen bepalen. Een belangrijke factor hiervan is de instralingsfactor. De instralingsfactor geeft namelijk weer hoeveel zonlicht je paneel daadwerkelijk opvangt. Ook hier geldt: hoe hoger deze factor, hoe hoger het rendement. In dit artikel lees je hoe het zit met de instralingsfactor in Nederland.
Wat zegt de instralingsfactor bij zonnepanelen?
Wil je weten hoeveel een zonnepaneel opwekt? Het vermogen van een paneel geeft daarvan al een redelijke indicatie. Maar als je verder geen andere factoren meeneemt in je berekening, kom je bedrogen uit. Als je zonnepanelen met een uitstekend vermogen in een donkere loods legt, wekken ze natuurlijk alsnog geen bal op. En hoewel dat geen waarschijnlijk scenario is, krijg je wel degelijk te maken met factoren die beïnvloeden hoeveel zon er terechtkomt op je panelen. Daarom neem je de instralingsfactor mee in de berekening van je rendement.
Je berekent de opwek van een paneel in kWh door het vermogen van het paneel in Wattpiek (Wp) te vermenigvuldigen met de instralingsfactor. Voordat we je meenemen in wat de instralingsfactor beïnvloedt en je laten zien hoe hoog deze op jouw locatie ongeveer is, geven we vast weg dat we in Nederland doorgaans rekenen met een gemiddelde instralingsfactor van 0,85. Deze instralingsfactor zegt dat een paneel 0,85 kWh per kWp opwekt. Of nog concreter: een zonnepaneel met een vermogen van 545 Wp wekt onder de gemiddelde omstandigheden in Nederland ruim 463 kWh op.
Hoe wordt de instralingsfactor bepaald?
Het gaat bij de instralingsfactor om de hoeveelheid zon die gemiddeld op een paneel valt. Hoewel je daar voor een deel heb je daar zelf invloed op hebt, zit je afhankelijk van jouw locatie ook altijd met omstandigheden waar je geen grip op hebt.
Oriëntatie en hellingshoek van zonnepanelen
De keuzes die je maakt rondom de opstelling van je panelen, bepaalt hoeveel zon er op je zonnepanelen valt. Daarom kijk je voor de instralingsfactor onder andere naar de oriëntatie en hellingshoek van de panelen. Als we kijken naar de cijfers, is een opstelling met panelen georiënteerd op het zuiden en hellingshoek van 35 graden ideaal voor de instralingsfactor. Hieronder zie je hoeveel rendement je verliest per afwijking van die ideale situatie.
Hellingshoek | Rendementsverlies |
35 | 0% |
25 | 2% |
15 | 5% |
Oriëntatie | Rendementsverlies |
Zuid | 0% |
Oost-west | 5% – 10% |
Oost of west | 20% |
Hieronder zie je de Tabel van Hespul. Deze geeft een specifieker idee van het rendementsverlies per afwijking van de ideale situatie. In dit geval geldt: hoe roder, hoe hoger de instralingsfactor, hoe beter.
Beide tabellen geven aan dat de instralingsfactor het meest gunstig is bij panelen die gericht zijn op het zuiden met een hellingshoek van 35 graden. Maar dit betekent niet dat deze opstelling in de praktijk ook echt de beste opstelling is voor een optimaal rendement. Met welke opstelling jij het hoogste rendement behaalt, hangt heel erg af van jouw specifieke situatie. Soms kun je met een andere opstelling, zoals de oost-west-opstelling aanzienlijk meer panelen kwijt op je dak. Bij de oost-west-opstelling staan je panelen niet allemaal de meest gunstige kant op, maar profiteer je weer van andere voordelen.
Natuurlijke factoren
Dan heb je nog de factoren waar je zelf niet zoveel invloed op hebt. Voor het aantal zonuren waaraan je paneel blootgesteld wordt, ben je afhankelijk van de weersomstandigheden op jouw locatie. Liggen jouw panelen dichtbij de kust? Dan is de instralingsfactor wat gunstiger dan wanneer je in het midden van het land gevestigd bent. Aan de kust zorgen hogere windsnelheden bijvoorbeeld voor minder bewolking, en daardoor voor meer zonuren. De ‘instraling’ – de hoeveelheid zonne-energie die het aardoppervlak bereikt – is daardoor hoger.
Het is goed om te weten dat temperatuur ook kan resulteren in rendementsverlies, maar niets te maken heeft met de instralingsfactor. We hebben het bij rendementsverlies door temperatuur namelijk niet over de hoeveelheid zon die terechtkomt op de panelen. Hoeveel rendement je verliest bij bepaalde temperaturen, heeft te maken met hoe gevoelig het materiaal van je panelen is voor temperatuurschommelingen. Dat lees je af aan de temperatuurcoëfficiënt van een zonnepaneel.
Instralingsfactor bij zonnepanelen per provincie
We schreven eerder in dit artikel al dat we in Nederland vaak rekenen met een gemiddelde instralingsfactor van 0,85 om de opwek en het rendement van een zonnepaneel te bepalen. Hoe hoog de gemiddelde instralingsfactor in de praktijk is, verschilt per jaar. SolarCare neemt de gemiddelde opbrengst daarom jaarlijks onder de loep en geeft goed nieuws mee: de werkelijke gemiddelde instralingsfactor in Nederland ligt al ruim 10 jaar boven de 0,85 waar we mee rekenen. In de tabel hieronder zie je hoe de instralingsfactor over de jaren heen wisselt, maar steeds boven de 0,85 ligt.
Gemiddelde opbrengst in kWh per kWp | |
2018 | 0,98 |
2019 | 0,92 |
2020 | 0,94 |
2021 | 0,87 |
2022 | 0,98 |
2023 | 0,87 |
Omdat de instralingsfactor ook afhangt van de locatie van het paneel, brengt SolarCare de instralingsfactor altijd per provincie in kaart. En ook in 2023 leverde dat weer een duidelijk verschil op tussen provincies in het midden van het land en provincies aan de kust. In Drenthe werd gemiddeld 0,77 kWh per kWp opgewekt, terwijl Zeeland een gemiddelde opwek van 0,91 kWh per kWp scoort. Texel kwam weer als winnende locatie uit de bus, met een gemiddelde opwek van 0,96 kWh per kWp.
Advies op maat
Wil jij het hoogst mogelijke rendement behalen uit je zonnepanelen? Bij Zonnestroom Nederland ben je aan het juiste adres. Benieuwd naar een rendementsbepaling voor jouw bedrijf? Vraag vrijblijvend een adviesrapport op maat aan.